In 2015 is Eliette met Maarten op Schevichoven komen wonen. ''In eerste instantie hadden we vooral het huis op het oog, maar de plek heeft ons geïnspireerd om te ondernemen. De achtergrond van Maarten ligt in de agrarische sector. Zo heeft hij boerderijen in Mozambique en Oekraïne opgezet. Zelf had ik geen ervaring, maar bij mij speelde de ideologie: de brug maken tussen de landbouw en de natuur. Op Schevichoven werken we aan het bewijs dat je rendabel kunt boeren met behoud van bodem en biodiversiteit. We telen alleen meerjarige gewassen voor een gezond en biodivers systeem. Denk aan kruiden zoals salie en groenten en fruit zoals rabarber, groene asperges, bessen, frambozen, appels, peren en noten.''

De grootste uitdaging

“Wij telen op basis van permacultuur. De bodem is de baas. Maar het systeem is nog niet in balans. Er zit in de bodem nog onvoldoende organisch materiaal en bodemleven om het systeem de weerbaarheid te geven dat het nodig heeft.”  

Onze drijfveer

“Het moét kunnen om rendabel én met behoud van bodem en diversiteit te telen. En je ziet gewoon  dat het systeem steeds beter begint te werken. Dat je pruimen rijkelijk ziet hangen en de moerbeien mooi ziet opkomen. Je ziet het systeem steeds gezonder worden.”

Waarom inkopen bij Schevichoven?

“Het is belangrijk om gewassen te kunnen telen en inkopen met een zo klein mogelijke voetafdruk. Producten van onze boerderij zorgen daarvoor. Zo ondersteun je bovendien onze missie: in Nederland rendabel boeren met behoud van bodem en biodiversiteit. Als we dat bewijs leveren, volgen andere boeren.”

Op Schevichoven werken we aan het bewijs dat je rendabel kunt boeren met behoud van bodem en biodiversiteit.

- Eliette van Dam

De vier eigenschappen van natuurlijke landbouw bij Schevichoven

1. Gezonde bodem centraal

“Bij ons is de bodem het uitgangspunt. Het blijft natuurlijk een kip-en-ei-verhaal, maar een gezonde bodem bevat organisch materiaal en is beter weerbaar tegen zaken als grote hoeveelheden regen en droogte. Daardoor krijg je weer vitalere gewassen.

Ook gebruiken we lichte machines en laten we de bodem zo veel mogelijk met rust. En hebben we klaver tussen de gewassen staan, dat de bodem bedekt houdt.

2. Mengteelt

“We werken vanuit het principe van lagen: het ene gewas wil meer of minder zon dan het andere gewas. Op die manier versterken gewassen elkaar, heb je minder last van ziekten en plagen en spreidt je risico’s. Bovendien is de bruikbare oppervlakte groter, wat weer zorgt voor meer oogst per vierkante meter. We werken met zo’n veertig gewassen in vijf vegetatielagen: bodem, kruiden, struiken, halfstam en hoogstambomen.” 

3. Minimale externe inputs

“We gebruiken geen chemische middelen of kunstmest. We merken echter dat de bodem hulp kan gebruiken. Zelf hebben we geen dieren in het systeem. Daarom halen we vast mest of groene compost van buitenaf, meestal van een boer uit de buurt.”

4. Stimuleren lokale ecologie en biodiversiteit

“BTer ondersteuning van het systeem hebben we  natuurzones, daar gebruiken we ook inheemse soorten, en mag het ook wat weelderiger worden. In ons verdienmodel houden we rekening met zo’n 35 procent verlies van oogst doordat lokale dieren dit opeten. Monitoring van biodiversiteit is voor ons belangrijk, dat doen wij onder andere door wildcamera’s en het tellen van dag- en nachtvlinders.”

Voorkeuren bijwerken