Omdat MVO Nederland een non-profit stichting is die draait op bijdragen van partners, vragen we je partner te worden om samen met ons natuurlijk in te gaan kopen. Wij begeleiden je bij het maken van afspraken en kunnen je adviseren over wat er nodig is. Ga naar de website van MVO Nederland om meer te weten te komen over het partnerschap.
Omdat MVO Nederland een non-profit stichting is die draait op bijdragen van partners, vragen we je partner te worden om samen met ons natuurlijk in te gaan kopen. Wij begeleiden je bij het maken van afspraken en kunnen je adviseren over wat er nodig is. Ga naar de website van MVO Nederland om meer te weten te komen over het partnerschap.
Joost van Strien is opgegroeid op een gangbaar akkerbouwbedrijf. Op de middelbare en hogere landbouwschool is hij in aanraking gekomen met duurzame landbouw. Daar is zijn interesse gewekt. Na zijn opleiding in Wageningen wist hij het zeker: biologische landbouw moest het worden. In 1997 nam Joost boerderij Zonnegoed over. Hij startte met grote idealen: “Ik wil zo natuurlijk mogelijk gezond voedsel produceren, met zorg voor de bodem.”
In de afgelopen 27 jaar heeft Joost telkens kleine stappen genomen. Alles om zijn visie op een ideaal voedselsysteem in praktijk te brengen. “Van gangbaar tot waar ik nu sta is wel een hele grote verandering. Stap voor stap was het goed te doen.”
Inmiddels werkt Zonnegoed als eerste akkerbouwbedrijf van Nederland zonder dierlijke producten, doordat Joost zelf een plantaardig alternatief voor dierlijke mest heeft ontwikkeld. Zijn boerderij heet niet voor niets ‘No Shit boerderij Zonnegoed’. “Het mooiste aan ons bedrijf? Het trekt niet alleen veel dieren, maar ook mensen aan. Zo maken we de verbinding tussen consument en boerderij.”
“De grootste uitdaging is het dekken van de hogere kostprijs van mijn producten. Soms moet ik een hogere prijs vragen of zoek ik andere financiële ondersteuning. Dat is essentieel als je zoals ik een voedselbos wilt aanleggen, de eerste zes tot tien jaar levert dat niets op. Financieel moet je dat wel kunnen overbruggen.”
“Ik zie mijn bedrijf veranderen. De bodem is minder droogtegevoelig, makkelijker te bewerken en we kunnen onder natte omstandigheden het land op. En het allermooiste vind ik: dat er alsmaar meer leven op het land komt.”
“Omdat je bijdraagt aan de voedseltransitie! Ik merk duidelijk dat collega’s wel mee willen, maar dat pas gaan doen als ze weten dat de kosten ook vergoed worden. Door onze producten te kopen en daar een goede prijs voor te betalen laten we samen zien dat het kan.”
Door onze producten te kopen en daar een goede prijs voor te betalen laten we samen zien dat het kan.
- Joost van Strien
“Ik zie veel wormen en bodemleven bij ons. Ook gebruiken we machines die op vaste rijpaden rijden, waardoor de rest van de bodem met rust gelaten wordt. We telen gewassen die goed zijn voor de bodem, naast de gewassen die juist veel vragen van de bodem. Dat zorgt voor een balans tussen geven en nemen. Bij alle maatregelen die we nemen staat de bodem centraal.”
“We passen sinds een paar jaar strokenteelt toe, in smalle stroken. Daarnaast passen we een ultieme mengteelt toe bij de gemengde luzerne en klaverteelt. Daar groeien ook allerlei kruiden tussen.”
“We zijn vrijwel zelfvoorzienend en produceren onze eigen plantaardige mest. We telen daarvoor vlinderbloemigen, die stikstof uit de lucht halen. Denk hierbij aan klaver en luzerne. Die vlinderbloemige planten verkopen we niet als veevoer, maar verwerken we tot plantaardige mest. Daarmee sla je de koe over. Ons zaai- en plantgoed kopen we biologisch in. Daarnaast zijn we nog afhankelijk van fossiele brandstoffen. Onze ambitie is om volledig zonder te werken.”
“Ons voedselbos van 5,5 hectare is het beste voorbeeld. Daar hebben we bomen aangeplant. De planten die tussen die bomen groeien laten we gewoon staan, waardoor er allerlei insecten en vogels op afkomen. Op de akker staan kruidenstroken tussen de gewassen. We proberen het hele jaar bloeiende planten op het bedrijf te hebben. En beheren de slootkanten duurzaam. We maaien minder vaak en niet alles in één keer. Het maaisel voeren we af, zodat er minder stikstof in de sloot komt. Zo krijgen zeldzame planten ook de kans om naast de slootrand tot bloei te komen.”